woensdag, november 09, 2005

La petite Irene Cahan d’ Anvers (±1880) door Pierre Auguste Renoir

Omstreeks 1960 op mijn 18e verjaardag kreeg ik deze reproductie cadeau van een heel goede vriendin. Sindsdien was ik gecharmeerd van de schilderkunst van Renoir. De sfeer die zijn schilderijen uitademen vind ik nog steeds prachtig. Van de impressionisten is hij mijn favoriet. Ik probeerde van alles te weten te komen over de schilder en verdiepte me in zijn werk. Het straalt intimiteit en romantiek uit, vooral de dansende paren! Kleine Irene sprak erg tot mijn verbeelding. Het 8 jarige dochtertje van de bankier waar Renoir zaken mee deed, heeft model gezeten. Het schilderij hangt in het E.G. Buhrle museum in Zurich. Ik zou het graag eens gaan bekijken.

Veel jaren later, ik denk 1978, poseerde mijn dochter (14) voor haar tekenleraar van de middelbare school. Zo verdiende ze een zakcentje bij. Ik vroeg haar regelmatig hoe het schilderij werd en of ik het t.z.t. kon bekijken maar hoorde er niets meer van en het verdween ook uit mijn gedachten. In 1981 was er een expositie van Gerard de Wit in het gemeentehuis van Oegstgeest, daar ben ik samen met mijn dochter heen gegaan en ik was erg onder de indruk van haar portret. De overeenkomst met La Petite Irene kwam onmiddellijk naar boven. Mijn dochter zag er inmiddels heel anders uit, ze was nu een heftige “punker” geworden. Een enorm verschil met het meisje op het schilderij! In een plaatselijk dagblad waarin een recensie over de expositie van de schilder stond, werd het een “Renoir achtig meisje” genoemd!

In 1982 heb ik met mijn man een expositie bij Ars Aemula in Leiden bezocht. Ook hij vond het schilderij prachtig. Omdat we een kleine erfenis tegoed hadden, lag het in ons vermogen om het portret van onze dochter te kopen. Het hangt sindsdien in de woonkamer. En La Petite Irene hangt nog altijd op de logeerkamer.

maandag, november 07, 2005

Onze straat

De straat is ongeveer een kilometer lang. Een wat smalle straat met lintbebouwing. Verschillende bouwstijlen.
Het zal de belangrijkste weg zijn geweest ooit, toen Leiderdorp nog een echt dorp was. Het Oude Dorp wordt dit gedeelte nog genoemd. Het gedeelte waar wij wonen heet het Doeskwartier.
In de afgelopen 40 jaar is er veel veranderd. Gelukkig woon ik aan een nog authentiek stukje naast de Doesbrug. Ruim 10 jaar geleden is de brug gerestaureerd nadat er veel actie is gevoerd door de bewoners. De gemeente wilde er voor het gemak een soort kwakel van maken. Weg met een beeldbepalend stukje dorpsgezicht. Maar dat ging mooi niet door! De bediening (van mei t/m oktober) wordt nog steeds gedaan door een brugwachter. De pleziervaart is wel veel drukker geworden. Op een mooie zondag zijn de bootjes niet meer te tellen en is de rust voor ons ver te zoeken.
We hebben de tijd aan ons zien voorbij trekken. Toen wij het huis betrokken in 1965 waren we de jongste bewoners in dit gedeelte. Nu zijn wij de oudste. Gekscherend noemen we ons zelf de opa en oma van de buurt!
Er waren veel winkeltjes. Twee bakkers, twee sigaren winkels, 2 bijzonder ouderwetse galanterie winkeltjes waar je alles kon kopen van haarspeldjes tot wasknijpers, speelgoed en potten en pannen. 2 kruideniers, waar je vanachter de toonbank werd geholpen, een melkboer en een groentewinkel. Stuk voor stuk zijn ze verdwenen. Alleen de Spar is er nog zei het als een klein museum waar je beperkt levensmiddelen kunt kopen en biologisch vlees. Maar je kunt er ook een fietsroute halen of leuke boekjes kopen over de geschiedenis van Leiderdorp. Je kunt er binnen gaan en een praatje maken met de oudere buurtbewoners onder het genot van een kopje koffie.
Er heerste destijds nog zondagsrust in dit gereformeerde gedeelte van het dorp. Je had de moed niet om op zondag de auto te wassen of een hekje te verven. De brug werd ook niet geopend op zondag. Alleen het café aan de overzijde had daar geen boodschap aan. Maar dat waren bij uitzondering katholieken.
Nu leeft dat niet meer en iedereen doet gewoon op zondag wat hij denkt wat nodig is. Het straatbeeld werd toen niet bepaald door een lange rij geparkeerde auto,s.
De meeste bewoners bezitten er nu twee. Parkeren is een probleem geworden.
Jonge mensen kopen nu de oude pandjes en beginnen enthousiast met opknappen. "Waar beginnen ze aan", zeggen wij tegen elkaar.
Precies wat men 40 jaar geleden tegen ons zei: "Koop een nieuw huis, je zult er zoveel werk aan moeten verrichten en het blijft een oud pand"!
Wij kochten deze oude bakkerij en hebben er veel aan verbouwd. De kinderen zijn hier opgegroeid, ons leven heeft zich tot nu toe voor het grootste deel hier voltrokken. De woning is een stuk levenswerk geworden. Voorlopig gaan we hier niet weg. Het wordt weer leuk met al die jonge mensen in de buurt. We worden soms ingezet om even de babyfoon te nemen of een hondje uit te laten. Maar ook voor een gezellig avondje met een etentje en een drankje.
Nog geen denken aan een "senioren appartement"!

zaterdag, november 05, 2005

Jeugdsentiment

Wanneer ik voor de dagelijkse boodschappen in het winkelcentrum ben kan ik het niet laten om in de boekwinkel te snuffelen.
Er gaat niets boven de sfeer van een boekwinkel, de top 10 bij de ingang, het kinderhoekje, ik krijg er een soort tevreden gevoel van. Soms kom ik een bekende tegen en dan ga je vanzelf fluisteren tegen elkaar. Zoals als in de wachtkamerbij de dokter.
Bij het vak met de tijdschriften zijn mensen héél zwijgzaam, kijken niet op of om bladerend in de lectuur. Ze staan soms wat afgewend van degene naast hen alsof ze iets stiekems doen. Het is mij opgevallen dat ze het tijdschrift meestal weer terugleggen. Dat zijn meestal mannen.
Nu staan er 2 meisjes van een jaar of 14, met hun hoofden dicht tegen elkaar, met een popblad. Ze bekijken zwijmelend een bladzijde met daarop een neger in een te ruime joggingbroek, hij is behangen met gouden kettingen en aan iedere vinger zit een enorme ring. Hij kijkt erg boos van onder een grote Nike muts.
De meisjes hebben door dat ik mee kijk en draaien zich om zodat ik alleen hun ruggen nog kan zien. Dan scheurt een van de meisjes de bladzijde uit het tijdschrift en stopt dit achteloos tussen haar jas. Ze legt het tijdschrift weer terug. Haar vriendin kijkt nerveus in het rond en kijkt dan verschrikt naar mij.
Mijn gedachten gaan 50 jaar terug: vaak kwam ik op bezoek bij een tante. Haar man was werkzaam bij de Rotogravure, toen een bekende drukkerij in Leiden. Zodoende hadden zij altijd veel tijdschriften in huis, de namen weet ik niet meer, maar ik vond het prachtig. Bij ons thuis was er alleen een krant, het Vrije Volk. Het mooiste vond ik het blad met alleen foto’s van bekende flimsterren. Ik spaarde filmsterren en plakte ze in mijn schoolagenda, dat deed iedereen. Je populariteit in de klas hing mede af van de filmsterren in je agenda.
Ooit had ik aan mijn tante gevraagd of ik er een paar mocht uitknippen. Helaas, ze bracht de bladen naar de buren en daarom mocht er niets uit geknipt worden. Zonde vond ik dat, die mensen deden er toch niets meer mee!
Ik zat al een tijdje te staren naar een foto van James Dean. Nonchalant gebogen over een sportauto, droevig keek hij voor zich uit. Ik moest deze foto hebben! Die had echt niemand, dat wist ik zeker. De meisjes uit mijn klas waren "weg" van James Dean. Bij de kauwgum zaten ook foto’s van hem. Maar ik mocht geen kauwgum kopen van mijn moeder. Vond ze een vies gezicht, dat gekauw.
Mijn tante keek mee over mijn schouder: "kind, vind je dit nou een leuke jongen? Vreselijk wat een nozem! We gaan lekker thee drinken, ik ga even naar de keuken."
Razend snel, met bonkend hart, scheurde ik de bladzijde met de foto uit het tijdschrift en verborg die onder mijn trui.
We hebben gezellig thee gedronken met een Waaier kaakje van Jamin. Mijn thee kopje trillend van de zenuwen in mijn handen. Daarna heb ik op de wc, de foto dubbel gevouwen en in mijn onderbroek gestopt.
Thuis, heb ik James Dean meteen in mijn agenda geplakt, ik had er 2 bladzijden voor nodig. Er waren wel wat vouwtjes in gekomen en zijn gezicht leek daardoor nog treuriger! Ik had er ook succes mee in de klas. Mijn agenda lag meestal opengeslagen met zijn foto op mijn schoolbank. Dikwijls keek ik naar zijn droevige ogen en droomde weg.
Ik ben daarna een poos niet naar mijn tante geweest!
De meisjes kijken me angstig aan: o jee, dat mens heeft het gezien, zie je ze denken. Ik lach vriendelijk en doe een stap naar hen toe. Ze weten duidelijk met hun figuur geen raad. Zachtjes vraag ik:" vinden jullie dat nou echt een leuke jongen? "
Ze knikken instemmend met een vuurrood hoofd." Als je thuis komt moet je er even een strijkijzer over heen halen, vervolg ik op fluistertoon, gaan de vouwtjes er uit! Zenuwachtig beginnen ze te giebelen, pakken elkaar bij de arm en lopen vlug naar de uitgang. Daar kijken ze nog even om en steken vrolijk hun hand naar me op. Ik zwaai terug.